ABC Peter Vos

RKD STUDIES

VIII – Plinius met uilengeboorte

Uilen behoorden tot Vos’ favoriete vogels. Hij heeft er heel wat op papier gezet, niet alleen op losse bladen, ook in zijn in 1980 verschenen Studie in grijs, in het schitterende, nooit uitgegeven boek 333 Vogels en in diverse schetsboeken komen allerlei soorten uilen voor (afb. 72).1 Bovendien heeft hij als tekenaar dankbaar gebruik gemaakt van het feit dat sommige gedaantewisselingen bij Ovidius een uil (zie Ascalphus en Nyctimene) als eindresultaat hebben . Was Ovidius’ Metamorfosen voor Vos zonder meer de belangrijkste antieke bron, een enkele keer deed hij een beroep op een andere auteur uit de oudheid. Uit de Historia naturalis van Plinius de Oude plukte hij, rechtstreeks of via een tussenbron, de wijsheid dat uilen, anders dan de meeste andere vogels, zichzelf met de staart voorop uit het ei wurmen (‘a cauda ovo exire’).2 ‘Volgens Plinius hebben uilen zo’n zware kop dat ze alleen achterstevoren het ei uit kunnen komen’, was zijn eigen samenvatting van deze manoeuvre die een metamorfose op zichzelf vormt en mede daardoor voor hem attractief was.

De Pliniaanse perceptie was vermoedelijk nooit eerder visueel vastgelegd, en Vos liet er graag zijn verbeeldingsvermogen op los om er op een lithosteen een tekening van te maken (afb. 74).3 Naast een moederuil zien we, nog zonder teken van leven, een bijna rond uilenei, alsook twee uilskuikens die bezig zijn zich uit hun eierschaal te bevrijden, terwijl Plinius op het punt staat de gebeurtenis met een stilus te boekstaven op een met bijenwas bestreken plankje. Zijn robuuste hoofd is fictie, wat niet uitsluit dat de kunstenaar een vluchtige associatie kan hebben gehad met portretkoppen uit de Romeinse keizertijd. Opvallend is dat de man noch de uil – een steenuil in dit geval – naar de gebeurtenis kijkt waar het hier eigenlijk om draait. Hun beider aandacht lijkt vooral op de beschouwer te zijn gericht.

72
Peter Vos (1935-2010)
Drie pareldwerguilen, 1980
Private collection

73
Peter Vos (1935-2010)
Plinius ziet de uilen uit het ei komen, 1975
Private collection

Bij het tekenen op de steen liet Vos de Romeinse schrijver zijn rechterhand gebruiken; door het spiegelbeeld echter, die het gevolg is van het afdrukken op papier, verschijnt de rechterhand hier als de linker. De kunstenaar die zelf niet over een lithopers beschikte, liet deze litho en zijn meeste andere prenten drukken bij de bekende Amsterdamse drukker Piet Clement.4
Uit 1975 stamt een met de pen vervaardigde variant van de voorstelling, waarop de observator Plinius een zeer bescheiden plaats kreeg toebedeeld, terwijl in verhouding moeder uil aan prominentie won. Dat een schrijvende rechterhand in een tekening niets anders dan een schrijvende rechterhand kan zijn, behoeft geen toelichting (afb. 73). EdeJ
* Er bestaan drukken mét en drukken zonder signatuur en datering. Sommige zijn voorzien van een opdracht.

74
Peter Vos (1935-2010)
Plinius met de uilengeboorte, 1970 gedateerd
Den Haag, Kunstmuseum Den Haag, inv./cat.nr. 0516031



Notes

1 Peter Vos, Een studie in grijs. Voorlopige balans van drie jaar vogeltekenen, Amsterdam-Antwerpen 1980. Het boek 333 Vogels bevindt zich in particulier bezit. Enkele afbeeldingen in Ferdinandusse et al., pp. 153, 155 en 156.

2 Plinius schrijft dit gegeven toe aan een zekere Hylas, auteur van geschriften over vogelwichelarij, volgens wie behalve twee uilensoorten enkele andere vogels hun achterkant het eerst het ei uit manoeuvreren. Zie Pliny, Natural history with an English translation in ten volumes. The Loeb classical library, Volume III, Liber 10.18. De Jongh 1995, pp. 46-47.

3 Later tekende Vos een uilengeboorte in miniatuur voor zijn bundel Wat je ook niet vaak ziet. Doordeweekse emblemata, Amsterdam 1991, p. 72.

4 Niet onvermeld mag blijven dat het gedicht dat de beeldende kunstenaar Chris den Engelsman bij de dood van Vos schreef, ‘Getekende poëzie’, begint met een verwijzing naar de litho met de uilengeboorte: ‘met nog natte veren kruipt het uilskuiken achterstevoren uit zijn ei …’, en eindigt met de woorden ‘verslaafd aan het tekenen in woord en beeld subtiel precies teder ironisch of spotlustig’. Zie www.chrisdenengelsman.nl.