IV – Cyclopen
Bij de cyclopen, de eenogige reuzen, heeft Vos zich altijd minder thuis gevoeld dan bij de centauren, de minotauri, de griffioenen en de harpijen. Vergeleken met de hoeveelheden die hij van deze fabelwezens heeft getekend, vormen de cyclopen in zijn oeuvre een minderheid. Hij vond het moeilijk dat ene oog organisch en geloofwaardig in een gigantenkop te monteren. Nooit was hij er helemaal tevreden over en waarschijnlijk mede daardoor week hij soms uit naar een andere biologische soort. Dat kon een eenogige aap of aapachtige zijn en ook een eenogige minotaurus (afb. 46, 51). Op de een of andere manier bleek dat grote oog beter in de structuur van een minotauruskop dan in een mensenhoofd te passen.
De beruchtste cycloop is Polyphemus, vooral bekend uit de Odyssee van Homerus. Daarin wordt uitvoerig verhaald over het gevecht tussen deze eenogige, mensenetende reus en Odysseus en zijn matrozen. Een aantal van de mannen werd zonder pardon verslonden, de overgeblevenen wisten het vege lijf te redden door onder aanvoering van Odysseus met een in brand gestoken paal het licht in het reuzenoog te doven.1 Ter voorbereiding van de actie had Odysseus de gigantische ‘onmens’ een aanzienlijke hoeveelheid wijn aangeboden, waardoor deze in ‘een albedwingende slaap’ viel.
Vos zal zijn kennis over Polyphemus bij Homerus of Ovidius hebben opgedaan en misschien ook bij Graves. Andere cyclopen worden door Ovidius slechts terloops ter sprake gebracht als de smeden van de bliksemschichten van Jupiter. Volgens Graves echter hadden niet de cyclopen maar hun voorouders deze functie van smid bekleed en waren de cyclopen uit de dagen van Odysseus niet meer dan onbeschaafde schaapherders.2
De bizarre en wrede aspecten van de mythe van Polyphemus, zoals bekend van sommige buitenlandse interpretaties, zijn maar door betrekkelijk weinig Nederlandse kunstenaars in beeld gebracht (afb. 48).3 Ook Vos is eraan voorbijgegaan. Bovendien was het niet zozeer Polyphemus, het waren eerder anonieme cyclopen als soort, die hij een aantal malen uitbeeldde, en dan nog in een vrij statische, niet narratieve situatie (afb. 50, 52). Odysseus is nergens te bekennen. Een schrikwekkender wapenfeit dan het wurgen van een reiger, zoals in 1970 getekend op een lithosteen, valt niet aan te wijzen (afb. 49). Een curieus ‘dubbelportret’ van een lakenveldse minotaurus en een menselijke cycloop, vluchtig met potlood opgezet en vervolgens met pen en penseel uitgewerkt, ziet er zelfs buitengewoon vredig uit (afb. 52).4
EdeJ

46
Peter Vos (1935-2010)
Staande minotaurus met één oog en een vijgeblad, 2002
Private collection

48
toegeschreven aan Pellegrino Tibaldi
De blindmaking van Polyphemus
Boedapest, Szépmüvészeti Múzeum

49
Peter Vos (1935-2010)
Cycloop met reiger, 1970
Private collection

50
Peter Vos (1935-2010)
In het land der blinden, 11 april 1999
Private collection

51
Peter Vos (1935-2010)
Cyclops... Cyclops, 19 oktober 2001
Private collection

52
Peter Vos (1935-2010)
Cycloop en minotaurus, ca. 2000
Private collection
Notes
1 Zie III.
2 Homerus, Odyssee, IX, 375-388.
3 Ovidius/d’Hane-Scheltema, I, 259 (‘bliksems door Cyclopenhand gesmeed’); Graves II, p. 355. Zie A. Pigler, Barockthemen, II, ed. Boedapest 1974, pp. 334.
4 In hoeverre deze voorstelling samenhangt met de gebastaardeerde minotaurus-cycloop (zie MET 46) is niet helemaal duidelijk.