Catalogus Tekeningen Kunstmuseum Den Haag
De verzameling tekeningen in het Gemeentemuseum Den Haag
Met een groep prenten van Peter Vos uit 1969-1970, zijn de tekeningen in het Gemeentemuseum Den Haag grotendeels afkomstig uit de aankoop in 1971/72 van ruim duizend bladen grafiek en tekeningen van Nederlandse kunstenaars. Ten dele zijn deze tekeningen en prenten vervaardigd door een oudere generatie kunstenaars als Jan en Charley Toorop, Jesserun de Mesquita, Herman Kruyder, maar het merendeel is werk van een jonge generatie kunstenaars als Piet Ouborg, Co Westerik, Dick Cassée, Carel Visser, J.C.J. Van der Heyden, Henri Plaat en Peter Vos. Deze tekeningen en prenten waren afkomstig van de verzamelaar Cees Kuijlman (1917-1995), directeur van de drukkerij Van Dooren in Vlaardingen, die deze verzameling in enkele jaren in de tweede helft van de jaren zestig bijeenbracht. Hans Locher, het toenmalige hoofd van het prentenkabinet, maakte een ruime keuze uit deze collectie toen de verzamelaar deze van de hand deed om ruimte te bieden voor een andere verzamelpassie. Kuijlman verwierf de meeste bladen direct van de betreffende kunstenaar, waarbij hij er naar streefde om een overzicht te verwerven uit de verschillende perioden van werk van de kunstenaar.
Waarschijnlijk werd een eerste keuze uit het werk van Peter Vos in het voorjaar van 1968 gemaakt, zo blijkt uit een briefje van de kunstenaar op de achterkant van een tekening met een pulcinel uit 1961. Later moeten daar de prenten en een aantal tekeningen aan zijn toegevoegd. Vos’ vroege werk in de verzameling bestaat uit schetsbladen, losgesneden uit tekenboeken vanaf 1952. Daarnaast koos hij illustraties uit Vrij Nederland en het Hollands Weekblad en later Maandblad uit de eerste helft van de jaren zestig. Bij de boekillustraties zijn die van de erotische verhalen van Rodenko uit 1964 en die van de Decamerone uit 1967 ruim vertegenwoordigd. Zelfstandige voorbeelden van zijn vrije werk zijn er pas in de tussen 1966 en 1968 gedateerde tekeningen.
Met de aankoop uit 1971/72 verwierf het Gemeentemuseum Den Haag als eerste openbare verzameling een ruime keuze uit zijn vroege werk tot het jaar 1970. Opmerkelijk genoeg is dit ook het geval met latere toevoegingen door een enkele schenking en de overdracht in 1981 door het Letterkundig Museum van getekende brieven en ontwerptekeningen uit het archief van de Uitgeverij Thomas Rap. De verzameling bestaat nu uit ruim 110 schetsbladen en tekeningen, waaronder een 20-tal zelfstandige tekeningen, ruim 30 illustraties, enkele getekende brieven en 14 bladen grafiek.