ABC Peter Vos

RKD STUDIES

Albums

Albums, “boeken in een oplaag van één exemplaar ” zijn in pen en penseel getekende boekjes (PV-A) die Peter Vos vooral aan het begin van zijn loopbaan als tekenaar schonk aan familieleden, vrienden en geliefden. Hiervan zijn een kleine veertig, vervaardigd tussen 1952 en 1962, bewaard en van na 1975 rond de 25. Zij zijn vrijwel steeds van een opdracht en/of colofon voorzien en vormen zijn meest persoonlijke en intieme werk.

De eerste albums zijn samengesteld uit katernen van tekenpapier met een omslag, vaak met ingeplakte gekleurde tekeningen: tot de vroegste behoren twee boekjes met pastiches voor zijn vader (PV-A-1952 en 1954), waarop onder meer volgen twee bundels met Limmericks van de componist Hendrik Andriessen (PV-A-1956c en 1957d), en een aantal kleinere bundels met gedichten (PV-A-1956a, 1957c). In 1957 gebruikte hij voor de tekeningen in enkele boekjes (PV-1957c-d) veel kleur in de vorm van aquarel, waarin hij zich op de academie onder Otto de Kat bekwaamde. Daarnaast ontwikkelde hij een expressieve tekenstijl in zwarte pen met krachtige wassingen in grijzen. Daarmee illustreerde hij, soms met de toevoeging van een enkele kleur in 1957-58 een aantal gedrukte (meest door het Insel-Verlag gepubliceerde) bundels van onder meer ridderlijke liefdesliederen, gedichten van Hans Andreus en Palmström van Christiaan Morgenstern, soms in meerdere versies voor verschillende vriendinnen (PV-1957b, 1958b-c).

Vanaf 1959 begint hij in dit type boeken met het vertellen van tekstloze verhalen in tekeningen. Daarbij maakte hij meestal, zoals ook voor zijn meeste schetsboeken in deze tijd, gebruik van al in een omslag of linnen band gebonden bundels, zogenaamde dummy’s, soms met een gedrukt eerste katern, maar ook vaak geheel blanco. Eén van de vroegste daarvan is het Scheppingsverhaal, dat hij voor een vriendin bij de Sint van 1959 maakte (1959d) en dat in 1966 in boekvorm verscheen en direct een bestseller werd.1 In 1960 tekende hij twee dummy’s voor vriendinnen die daar kwalitatief niet voor onderdoen: De Witte Vogel, ook geluk genaamd, wie weet of boerenbedrog voor Trudy Terlingen (PV-A-1960b) en voor Florrie Hillenius: MORT J’ APPELLE DE TA RIGUEUR zegt mijnheer V. hommage à Caligula (PV-A-1960a), een boek dat voortkwam uit een schetsboek met studies van zijn dode muis Caligula, behalve over de dood, met fraaie huiselijke stillevens en zelfportretten.

In 1962/63 leidde zijn liefde voor Fritzi Harmsen van Beek tot een aantal boeken in één exemplaar. In 1962 vanuit Zweden verstuurd twee kleine boekjes Astrologie voor beginners en nitswits en Transparant portrait of GAMALIËL (PV-A-1962a-b) en later in twee getekende dummies: Geillustreerde Gids van Jagtlust en De Honderd Reigers (PV-A-1962c-d); deze laatste verscheen in 1969 in druk (PV-B-1969b).

Tussen 1964 en 1975 wanneer Peter Vos als hardwerkend illustrator om den brode tientallen boeken van illustraties voorziet, komen er nauwelijks meer getekende albums tot stand.

Pas in 1976 wanneer hij in Amsterdam woont en zich op zijn vrije werk wil concentreren, komt zijn productie daarvan weer op gang voor verschillende vriendinnen en vooral voor de verjaardagen van zijn zoon Sander. Zoals zijn vroegste boeken op papier zijn deze meestal klein van formaat, bestaan uit enkele katernen tekenpapier, vaak met ingeplakte tekeningen en voorzien van ingenieuze omslagen, hebben zij een sterk persoonlijk karakter.

Dummy’s gebruikt hij alleen nog voor zijn vogelboeken, waarvan het belangrijkst de 333 vogels uit 1981/82 voornamelijk getekend in Artis (P-A-1981b) onuitgegeven bleef, evenals de twee vogelboeken in de vorm van een uitgewerkte reisverslag van zijn vogelreizen in Spanje en in Eilat, beide voor Sander, maakte met tientallen kleine gekleurde tekeningen (PV-A-1984b, 1985). Daarnaast kregen verschillende schets- en vogelboeken door schenking en opdracht het karakter van een boek in één exemplaar, zoals Vogeldagboek 1992 en de Metamorfosen-schetsboeken uit 2003 aan Saïda (resp. PV-A-1992, 2003a en b) en het LIBELLUS LEONIS VOOR RINUS uit 2007 (PV-A-2001-07).

De boeken in één exemplaren waren Peter zo dierbaar, dat hij er op verschillende momenten in zijn leven, gebaseerd op zijn herinnering aan de weggegeven boeken, daar uit het hoofd lijstjes van maakte. Uit 1963 deed hij dat onder de titel BIBLIOGRAFIE, waarin een 40-tal boekjes zijn vermeldt, het lijstje uit 1982 in zijn dagboek is beknopter en daarin ontbreken de gedrukte bundels met gedichten die hij van getekende illustraties had voorzien; eerder eind 1979 maakte hij een nauwkeurig lijstje van de 10 getekende boekjes die hij sinds 1976 maakte. Als referentie zijn verwijzingen naar deze lijsten in de volgende lijst van boekjes in één exemplaar opgenomen.


Notes

1 Zie: Jan Piet Filedt Kok, ‘Het Scheppingsverhaal van Peter Vos - Van uniek Paradijsverhaal als Sintcadeau in 1959 tot gedrukt boek in 1966,’ in Anna Cecilia en Jos Koldeweij (red.),   De verbeelders verbeeld (t) – Boekillustratie en beeldende kunst, Nijmegen (Uitgeverij Van Tilt) 2017, pp. 213-221